Niet iedereen kan zelfstandig passende woonruimte betalen. Daarom ondersteunt de overheid mensen met een lager inkomen via huurtoeslag.

Dit voorbeeld laat zien hoe FTV in de praktijk kan werken.

Een burger doet een aanvraag voor huurtoeslag. Een medewerker van de Dienst Toeslagen beoordeelt vervolgens of deze persoon recht heeft op de huurtoeslag. Daarvoor haalt de medewerker gegevens op bij verschillende bronnen:

• Inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP).
• Inkomen van de afgelopen jaren uit de Basisregistratie Inkomen (BRI) van de Belastingdienst.
• Eerdere beslissingen over huurtoeslagen.
• De huurprijs van de woning via het puntensysteem, gebaseerd op WOZ-waarde, energielabel en het woonoppervlak.

Op basis van deze gegevens bepaalt de medewerker of de burger recht heeft op huurtoeslag.

Bij het beoordelen van een aanvraag is specialistische kennis nodig. Dienst Toeslagen kan daarom specifieke toegangsregels opstellen, bijvoorbeeld:

• De beoordelaar moet bevoegd zijn voor de specifieke regeling waar de aanvraag voor is.
• Iedere aanvraag heeft één beoordelaar. Alleen die persoon mag de aanvraag bekijken en afhandelen.
• Elke beoordelaar mag een maximaal toeslagbedrag zelfstandig goedkeuren. Bij hogere bedragen is overleg met een collega verplicht.
• Niet-persoonlijke gegevens worden bijgehouden in een logboek. Persoonlijke informatie blijft alleen opgeslagen in BRP en BRI. Het inkomen en de inschrijving worden in het BRI respectievelijk BRP bewaard en zijn altijd weer beschikbaar.

• Voor de beoordeling moet het toeslagbedrag vergeleken worden met de bevoegdheid van de beoordelaar. Met alleen een rolgebaseerd systeem kan dit niet. Immers, elke aanvraag kan weer een ander bedrag zijn.
• Het beheer van de gegevens van de beoordelaar, zoals het maximumbedrag, kan centraal gebeuren, door een applicatiebeheerder. Daarvoor is geen apart systeem met aparte beheerskennis per applicatie nodig.
• Ook bij ziekte of vertrek van een medewerker zijn verantwoordelijkheden makkelijk over te dragen naar een andere beoordelaar. Ook over meerdere toeslagsystemen heen.
• In geval van hoge werkdruk, ziekte of wanneer iemand uit dienst gaat, moeten zaken overgedragen worden. Ook dat kan centraal.

• Schaalbaar: Nieuwe medewerkers of organisaties kunnen eenvoudig aansluiten zonder extra systemen.
• Flexibel: Aanpassingen in bevoegdheden en regels kunnen centraal worden geregeld.
• Traceerbaar: Eerdere beoordelingen zijn altijd inzichtelijk voor controles achteraf.
• Leveranciersonafhankelijk: Eén centrale aanpak, ongeacht welk systeem wordt gebruikt.