Een persoon kan vanuit diverse bronnen inkomsten krijgen. Denk bijvoorbeeld aan alimentatie, loon, uitkering of zelfs vergoedingen voor maaltijden, onkosten, vervoer e.d. De inkomstencomponent vormt een deel van de totale inkomsten van een persoon. Hiermee leggen we vast het type inkomste, het bedrag en de periode waarover dat bedrag is ontvangen en de boekingsdatum waarop het bedrag is ontvangen.Dat laatste is belangrijk voor de verschillende perspectieven op inkomsten te onderscheiden naar loon-in en loon-over.Achtergrond hierbij zijn twee regelingenLoon wordt als regel toegerekend aan het tijdvak waarin het aan de werknemer is betaald (loon-in). Onder bepaalde voorwaarden mogen werkgevers het uitbetaalde loon toerekenen aan een verstreken loontijdvak. Dit wordt de 'loon-over-regeling' genoemd. Waarom populair: voor een werknemer kan het verstrekken van een uitkering e.d. niet in het kalenderjaar maar bijvoorbeeld in het jaar daarop, hem fiscaal gezien voordelen geven.Bij loon-over gaat het om twee regelingen:De eerste regeling houdt in dat een werkgever een in de maand januari van het nieuwe jaar gedane inhouding op loon dat de werknemer voor het voorgaande jaar nog toekomt, mag opnemen in de laatste aangifte over het oude jaar. Daarbij wordt de inhouding volgens de tarieven van het voorgaande jaar berekend. Deze regeling is structureel in de wet opgenomen.De tweede regeling houdt in dat de werkgever binnen het kalenderjaar loonbetalingen mag toerekenen aan de verstreken loontijdvakken waarop zij betrekking hebben, zo nodig door het indienen van correctieberichten.