De definitie van pand in RSGB is volledig overgenomen uit/verwijst naar de definitie in de Catalogus BAG.
Dit leidt tot de vraag of binnen RSGB alleen panden bestaan die ook binnen BAG bestaan, of dat er ook ruimte is voor het vastleggen van panden die volgens de BAG geen pand zijn.
Voorbeelden van eventuele extra RSGB-panden zijn houten schuren in de tuin, die niet aan de eisen voor vastlegging in de BAG voldoen, maar die de gemeente wel als bijgebouw bij een woning wil vastleggen (bijvoorbeeld op de kaart en in de WOZ-taxatie).
Mogen deze "extra panden" binnen RSGB worden vastgelegd?
StUF bg 03.10 voorziet in deze mogelijkheid, omdat de aanduiding "authentiek" wordt gebruikt bij de identificatie, zodat zonder problemen BAG-panden (authentiek=ja) van niet-BAG-panden (authentiek=nee) onderscheiden kunnen worden.
Beste Ruud,
Het is wat mij betreft de vraag of dit met de genoemde aanduiding beoogd wordt. Deze aanduiding is naar mijn mening bedoeld om bij gegevens aan te duiden dat de opgenomen waarden overeenstemmen met de waarden binnen de BAG. Het benoemen van een object binnen de WOZ als een Pand dat niet door de BAG als Pand erkend wordt, roept bij mij de vraag op of de definitie van het object binnen de WOZ wel overeenkomt met de definitie binnen de BAG. Het lijkt me niet wenselijk om objecten als een Pand te benoemden indien die niet aan de RSGB definitie voldoen. Dus zolang de RSGB difinitie gevolgd wordt, is het geen probleem, maar anders moet de RSGB definitie "verbreed" worden ofwel de WOZ moet dit als een ander soort object zien. Maar nogmaals, dit is mijn beeld vanuit de RSGB theorie en niet vanuit de praktijk. Ik ben daarom ook erg geïnteresseerd in de mening van andere betrokkenen.
Groeten, John
Het element authentiek heeft niet helemaal de betekenis die Ruud Kathmann eraan geeft. Het element authentiek geeft voor een basisregistratie object aan dat de verzender garandeert dat de in het bericht opgenomen gegevens ten tijde van de verzending overeenkwamen met de gegevens in de basisregistratie (NB: deze definitie is te scherp, omdat niet helder is wat het tijdsverschil is met de basisregistratie).
Het kan dus niet gebruikt worden om aan te geven dat een object geen basisregistratie object is. Hiervoor zijn dan andere voorzieningen nodig.
John,
Mijn vraag is niet gesteld alleen vanuit de WOZ. Binnen de WOZ kan ik een dergelijk bijgebouw prima registreren als WOZ-deelobject.
Ik kan mij echter voorstellen dat er ook andere belangstellenden voor zijn. Daarom vroeg ik mij af of er binnen het RSGB op niveau van pand niet net zo goed behoefte bestaat aan "extra panden", net zoals er binnen het RSGB "extra verblijfsobjecten" in de vorm van "overige gebouwde objecten" zijn gedefinieerd.
Ik ben met name ook benieuwd naar reacties van die inhoudelijke vastgoed mensen bij gemeenten.
Ruud
Ruud,
Het Overige gebouwd object in het RSGB gaat - volgens de beschrijving - zowel over het fysieke niveau van het gebouw als over het functionele niveau van het gebruik van het gebouw. Dit is vreemd omdat er bij Pand en Verblijfsobject wel een onderscheid hiertussen wordt gemaakt. Bovendien kan zo aangegeven worden of een Pand nul, een of meer Verblijfsobjecten bevat, dit lijkt nu voor Overig gebouwd object niet mogelijk. Het Overig gebouwd object bevat ook niet alle benodigde attributen, zoals het geometrisch (multi)vlak. Ook moet m.i. worden nagegaan wat de impact is van het Overig bouwwerk in het concept BGT.
Bij dat Overig bouwwerk zal ook aandacht nodig zijn voor de door jou genoemde schuren, en andere objecten die niet voldoen aan de voorwaarden van Pand, maar voor de gemeentelijke bedrijfsvoering wel belangrijk zijn (zoals sommige stallen)
Het voorstel om deze objecten op te nemen als Pand maar zonder de authentieke status lijkt mij niet in overeenstemming met de uitgangspunten van een basisregistratie.
Groet, Geert
Gezien de huidige manier waarop het RSGB om gaat met niet authentieke objecten (opnemen in aparte entiteittypen) ben ik het helemaal eens met de stelling dat we dit niet op moeten lossen met de aanduiding authentiek.
Gezien de reactie van Geert lijkt het me verstandig eens goed te kijken naar de definitie van Overig gebouwd object en de (eventuele) wens ook Overige pand te gaan opnemen in het model. Hierbij is de vraag van belang of we met één entiteittype uit de voeten kunnen, of dat er twee typen nodig zijn. Is er bijvoorbeeld niet (bijna) altijd sprake van een (authentiek) pand als er sprake is van meer dan één 'verblijfsobjecten' in dat pand.
De structuur van de BAG aanhouden kan fraai zijn, maar als we in één type ook genoeg informatie kunnen onderbrengen, dan is het zonde om er meerdere voor te onderkennen.
Ik sluit me dus ook aan bij de vraag van Ruud richting de vastgoedmensen om na te denken over welke gegevens en relaties relevant zijn voor niet authentieke gebouwen.
Groet,
Sid
Geert jij stelt in de post dat het Overig gebouwd object niet alle benodigde attributen bevat, zoals het geometrisch (multi)vlak.
Deze opmerking is niet correct. Overig gebouwd object bevat wel degelijk de attributen inzake geometrie zoals Gebouwd object puntgeometrie en Gebouwd object vlakgeometrie. Deze zijn vermeld bij de generalisatie Gebouwd Object en overerft Overig Gebouwd Object.
Verder hebben we het volgens de definitie hier over het het gebruik van het gebouw en komt hiermee volledig overeen met verblijfsobject. In de toelichting staat wel een wat verwarrende tekst die de definitie lijkt tegen te spreken namelijk "Een overig gebouwd object is een onderdeel van de gebouwde omgeving, bouwtechnisch op het niveau van panden en qua gebruik op het niveau van verblijfsobjecten...." Deze moet aangescherpt worden.
Er is bij Overig gebouwd object bewust gekozen om de bouwtechnische afbakening en de gebruiksafbakening niet uit elkaar te trekken (zoals bij pond en verblijfsobject). Simpelweg omdat er geen behoefte was om voor deze objecten dat onderscheid te maken. In der beschränkung . De kleinste van de twee, bouwtechnische dan wel gebruiks-afbakening, bepaalt de omvang van een individueel overig gebouwd object.
Ik ben het volledig eens met Sid. We moeten de relatie met de basisregistraties zuiver houden. Dus geen begrippen (objecten, attributen ed) uit basisregistraties anders gaan gebruiken. Dat schept verwarring en maakt communicatie over dergelijke begrippen verwarrend. Vandaar dat er in het RSGB in dergelijke gevallen voor gekozen is om separate objecttypen te creeeren.
Ellen geeft in haar reactie al aan dat er bewust gekozen is voor een Overig object op het niveau van het verblijfsobject (met de kleinste van de gebruiks- dan wel bouwtechnische afbakening). Kenmerkend voor dit objecttype is dat het op één of andere wijze voorzien wordt van een 'adres'. Voor schuren e.d. als bijgebouwen zal van het laatste geen sprake zijn, zij liften qua adres immers mee met het hoofdgebouw. Voor dergelijke objecten is het Overig object blijkbaar niet bedoeld.
Moet er dan een andere mogelijkheid geschapen worden om dergelijke objecten expliciet o.b.v. het RSGB te kunnen registreren? Ik vraag het me af. Voor wie en met welke informatiebehoefte? Als dat voor de WOZ is, dan worden ze al vastgelegd als WOZ-deelobjecten. En wat gaat de BGT straks bieden?
M.i. moeten we oppassen om te veel te willen modelleren: het moet ook onderhouden kunnen worden. Als er op andere ontwikkelingen meegelift kan worden, zoals BGT en WOZ, dan is het onderhoud verzekerd. Dat lijkt me dan de meest optimale oplossing.