Bij de Relatiesoort Adresseerbaar Object Aanduiding is bezoekadres van Ander Natuurlijk Persoon specificeert het RSGB Indicatie materiële historie 'N' en Indicatie formele historie 'J'.
Ik ga ervan uit dat Indicatie materiële historie = 'N', wil zeggen dat uitsluitend de actuele waarde in de werkelijkheid hoeft te worden geregistreerd en niet in de historische waarden die hieraan voorafgingen.
Ik ga ervan uit dat Indicatie formele historie = 'J', wil zeggen dat ook vastgelegd moeten worden eventuele gecorrigeerde waarden van alleen de actuele waarde (indicatie materieel = 'N') of eventuele gecorrigeerde waarden van zowel de actuele als historische waarden (indicatie materieel = 'J').
Voor een attribuut of relatie die in de werkelijkheid kan wijzigen, lijkt het mij niet logisch wel te willen weten of een actuele waarde ooit gecorrigeerd is, maar niet te willen weten of er voorgaande waarden waren. Voor dergelijke attributen verwacht ik dus indicatie historie materieel = 'J', als indicatie historie formeel = 'J'.
Een alternatieve interpretatie van indicatie historie materieel en formeel zou kunnen zijn, dat het tijdvakGeldigheid c.q. het tijdstipRegistratie relevant is, maar dat deze indicatoren geen uitspraak doen over het belang van voorgaande waarden in de werkelijkheid of gecorrigeerde waarden. Bij het aanhangen van deze interpretatie zijn dan daarnaast nog indicaties nodig voor de door mij gegeven interpretatie en kom je dus tot vier indicaties met betrekking tot de historie.
Bij mijn weten speelt deze problematiek op meer plaatsen binnen het RSGB. Daarom gaarne commentaar op mijn interpretatie van de indicatie materiële en formele historie en op mijn opvatting dat formele historie zonder materiële niet logisch is voor een attribuut dat kan wijzigen in de werkelijkheid.
Eerder hebben we binnen de StUF expertgroep vastgesteld dat het bijhouden van formele historie alleen zinvol is indien ook materiële historie wordt bijgehouden. Omgekeerd geldt dit uiteraard niet omdat het bijhouden van materiële historie zonder het bijhouden van formele historie relevant kan zijn. Ik ben dus evenzozeer als Maarten geïnteresseerd in het antwoord op zijn vraag.
Allereerst even de definities van materiele en formele historie zoals die al bijna 2 jaar in het RSGB-document staan. Deze zijn ontleend aan de eindrapportage van het ICTU-programma Stroomlijning BasisGegevens (SBG).
Formele historie heeft dus niets met correcties te maken. Indien van een gegeven zowel materiele als formele historie vastgelegd dient te worden, dan wijzigen beide kenmerken bij het doorvoeren van een verandering in de administratie. De belangrijkste betekenis van de formele historie is gelegen in het antwoord op de vraag wanneer een gebruiker van dit gegeven had kunnen weten wanneer het gewijzigd was. Formele historie is voor sommige gebruikers dan ook belangrijker dan de materiele. En soms is het van een gegeven simpelweg niet bekend wanneer het in de werkelijkheid veranderd is. Slechts bekend is dan dat het veranderd is en wanneer die verandering in de administratie is doorgevoerd. Dit doet zich voor bij gegevens waarvoor geen procedure bestaat dat veranderingen daarin bij de overheid gemeld moeten worden. En zo kan het voorkomen dat een gegeven wel formele maar geen materiele historie heeft.
Dan de vraag of er wellicht sprake moet zijn van wel vier historie-attributen. Lijkt me niet nodig. Ook over het doorvoeren van correcties in de historie van gegevens heeft SBG uitspraken gedaan. Zie het document 'Metagegevens - Principes en afspraken' (http://www.e-overheid.nl/e-overheid-2.0/live/binaries/stelselhandboek/ge...) vanaf bladzij 8. In het RSGB wordt de aanbevolen variant C gehanteerd. Dat betekent dat bij een correctie in het verleden de materiele historie de juiste datum krijgt (in het verleden) en de formele historie de datum waarop deze wijziging in de administratie is verwerkt (meestal de actuele datum). Zo zijn de kernvragen adequaat te beantwoorden: wat was de waarde van een gegeven op een bepaald moment en wanneer had ik dat kunnen weten? Zie ook RSGB deel I versie 1.0 par. 2.3.2.
Het probleem zit hem wat mij betreft niet in de definities van materiële en formele historie. Daar zijn we het wel over eens.
De conclusie dat formele historie niets met correcties te maken gaat voor mij te snel. Stel ik doe op 28 april aangifte van mijn verhuizing op 25 april, maar de GBA registreert op 1 mei 2008 mijn verblijfplaats foutief. De einddatum geldigheid van het oude en de ingangsdatum geldigheid van het nieuwe adres (materiële historie) is dan 25 april en het tijdstipRegistratie (formele historie) van het nieuwe adres is 1 mei. Op 1 juni ontdekt een overheidsorgaan een voor mij ernstig feit waarvan ze mij op de hoogte moet brengen. Ze stuurt mij bericht op het foutieve in de GBA geregistreerde adres. Omdat het adres fout is bereikt dit bericht mij noooit en lijd ik schade. Ik laat mijn adres corrigeren op 1 oktober (ingangsdatum geldigheid 25 april en tijdstipRegistratie 1 oktober) en ga naar de rechter om deze schade te claimen. De rechter gaat de feiten na en constateert dat het overheidsorgaan correct heeft gehandeld, want de melding is gestuurd naar het toen authentieke adres in de GBA. Helaas was dit adres onjuist. De claim voor schadevergoeding wordt daarom neergelegd bij de GBA. Na raadplegen van de brondocumenten blijkt dat de fout is gemaakt in de GBA. De claim komt daarom terecht bij de GBA. Dit voorbeeld laat zien dat formele historie (het vasthouden van een foutief geregistreerde waarde die in de werkelijkheid nooit heeft bestaan dus wel degelijk relevant zijn. Dit is in mijn oorspronkelijke post bedoeld met het bijhouden van correcties in een registratie.
Als het bijhouden van correcties niet relevant is en het vastleggen van het tijdstip waarop iets is geregistreerd wel, dan kom je terecht op mijn alternatieve interpretatie van formele historie, maar dan is een andere indicator nodig om eventueel aan te geven of het vasthouden van ook de gecorrigeerde waarde relevant is.
In het licht van het bovenstaande zou ik graag een antwoord zien op mijn vraag of het bijhouden van formele historie in de zin van vasthouden van gecorrigeerde waarden alleen relevant is, als ook de materiële historie in de zin van het bijhouden van de historische waarden in de werkelijkheid worden vastgehouden.
Ik constateer dat we in het kader van historie 4 soorten informatie al dan niet relevant kunnen vinden:
Indien we het over bovenstaande indeling eens kunnen zijn, dan stel ik voor dat we op RSGB nivo allereerst benoemen welke soorten informatie relevant zijn en dat vervolgens vertalen naar implementatie binnen StUF.
Wij vinden dat er conceptueel niet meer gesleuteld moet worden aan de begrippen omtrent formele en materiele historie zoals gebruikt in het StUF berichtenverkeer. Als vanuit de RSGB is bepaald dat een gegeven geen materiele historie kent maar alleen formele historie, wat dus betekent dat een gegeven dus alleen maar actueel is op elk tijdstip in het verleden, dan accepteren wij dat als gegeven. Edoch als automatiseerder hebben we te maken met het modelleren van de werkelijkheid en die is altijd iets ruwer dan de werkelijkheid volgens de werkprocessen zoals die formeel worden gehanteerd en waarop de RSGB gebaseerd lijkt.
Daarom is het een overweging om in het berichtenverkeer materiele historie in dit soort gevallen toch mogelijk te maken.
Waarom worden materiele en formele historie anders benaderd? Waarschijnlijk komt deze vraag voort uit mijn gebrek aan kennis hierover, maar volgens mij is het bijhouden van historie niets anders dan het vasthouden van voorgaande waarden, naast het bijhouden van de actuele waarde. Daarbij kan je zowel de actuele als de historische waarde verrijken met temporele kenmerken door hierbij aan te geven:
Dit staat los van het wel of niet bijhouden van voorgaande waarden. Alleen hebben deze voorgaande waarden weinig toevoegde waarde als deze niet voorzien worden van minimaal één van deze temporele kenmerken. In het Stelselhandboek is impliciet ook anderom deze koppeling gelegd, maw. als we temporele kenmerken registreren zijn ook de voorgaande waarden van belang. De lijst van John kan daarmee beperkt worden tot 3 en 4, aangevuld met actuele waarden waarvoor tijd in z'n geheel niet belangrijk is. Dit is precies hetgeen wat al in het RSGB gespecificeerd is, waarbij zowel de materiele als de formele historie apart voor kan komen als in combinatie.
Zoals Arjan al aangeeft kan formele historie zonder materiele historie voorkomen, wanneer het moment in de werkelijkheid niet precies kan worden vastgesteld. Zo kan de Toegang Bouwlaag van een Verblijfsobject veranderen, maar zal de registratie hiervan het gevolg zijn van een constatering. Het moment waarop het attribuut in de werkelijkheid is gewijzigd is niet meer vast te stellen. Er kan alleen worden aangegeven wanneer het attribuut gewijzigd wordt in de administratie en dus vanaf dat moment als werkelijkheid wordt aangenomen.
Om antwoord te geven op jouw vraag Maarten; Ja. In jouw voorbeeld zou alleen de formele historie van 1 mei en 1 oktober namelijk al hebben volstaan. Tussen die twee momenten is namelijk een onjuist adres geregistreerd en bij het gebruik van dat adres binnen die periode is de GBA verantwoordelijk. Alleen bij een peildatum tussen 25 april en 1 mei is ook de materiele historie relevant.
Mede getriggerd door de reactie van Joris en naar aanleiding van de voorafgaande reacties heb ik de wijze van omgaan met historie beschreven en afgestemd met Maarten. Het resultaat tref je aan in bijgaand document. Wat mij betreft is dit de wijze waarop in het RSGB omgegaan wordt met historie. Ik hoor het graag als dit nog onduidelijkheden oproept of iemand zich hierin niet kan vinden.
In reactie op de post van John dd. 7-4, optie 2, 3 en 4 worden hiermee ondersteund, optie 1 slechts beperkt (alleen voor datums en voor elementen die nooit wiizigen).
In reactie op de vraag van Maarten aan het einde van zijn post dd. 7-4: ja. Bij het vast willen houden van correcties heeft alleen formele historie geen zin.
In het bijgevoegde document staat onderaan pagina 2:
indien redelijkerwijs zelden of nooit een aanname gedaan kan worden wanneer zich de wijziging in de werkelijkheid voordeed op basis waarvan de waarde gewijzigd is maar het wel relevant zou zijn vanaf wanneer de waarde-wijziging bekend was, dan zou alleen de indicatie materiële historie van toepassing zijn.
Ik neem aan dat dat moet zijn:
indien redelijkerwijs zelden of nooit een aanname gedaan kan worden wanneer zich de wijziging in de werkelijkheid voordeed op basis waarvan de waarde gewijzigd is maar het wel relevant zou zijn vanaf wanneer de waarde-wijziging bekend was, dan zou alleen de indicatie formele historie van toepassing zijn.
Verder is overlijdensdatum de einddatum geldigheid van het gegeven dat de betreffende persoon leeft (de geboortedatum is de ingangsdatum van datzelfde gegeven) zoals je zelf ook al hebt aangegeven in de paragraaf tijdslijnen.
Verder lijkt het me dat door al deze optimalisatie op gebruik van deze indicaties het er niet simpeler op wordt. Bovendien worden er hier aannames gedaan over mogelijk gebruik (zie je aan woorden als "relevant" en "behoefte". Het lijkt me zaak om de gegevens zo volledig mogelijk te houden en de regels zo simpel mogelijk.
Jan, je aanname was juist. Ik heb het document hersteld en dit document in mijn 'post' vervangen. Dat leidt er toe dat mijn 'post' naar beneden schuift. Maakt het allemaal niet overzichtelijker. Excuses.
Voor wat betreft je advies om het zo simpel mogelijk te houden, heb je een voorstel? Simpel zou kunnen zijn nergens historie of overal beide histories. Maar dat vind ik wat kort door de bocht. Ik wacht in spanning af.
Lijkt me correct en duidelijk. Arjan, Maarten bedankt !