Vraag toevoegen fundamenteel adres binnen NPS

Dit is een statische kopie van het eerdere discussie.kinggemeenten.nl.
Nieuwe discussies kunnen in de GitHub repository 'StUF standaarden' als issue worden opgevoerd.

3 reacties / 0 nieuw
Raymond Bolder
Vraag toevoegen fundamenteel adres binnen NPS

Beste LS,

Binnen StUF BG kun je AOA ontvangen. Deze heeft een typering van Nummeraanduiding of overig adresseerbaarobjectaanduiding. Bevat het identificatieveld op moment van het ontvangen een waarde die hierbij hoort.
Oftewel als ik een nummeraanduiding ontvang bevat de identificatie dan de waarde num.identificatie. En bij het ontvangen van een oao de waarde van oao.identificatie.

De reden dat ik deze vraag stel is als volgt. Binnen de standaard wordt omschreven dat je een gereleteerd record mag opslaan als het een fundamenteel is. Maar dan alleen met de data van de kerngegevens. Oftewel ontvang ik een NPS dan mag ik een gekoppeld AOA aanmaken met alleen de kerndata.

Bij de relatie verblijft in ontvang ik binnen de kerngegevens een num.identificatie of een oao.identificatie. Deze kan ik matchen bij het eerder ontvangen AOA. Echter als ik een verblijfadres en/of correspondentie adres ontvang dan krijg ik het veld aoa.identificatie binnen. Alleen kan ik deze niet matchen op oao.identificatie of num.identificatie. Ik ga ervan uit dat dit verschillende gegevens zijn. Of is het bij deze adressen zo dat het default een nummeraanduiding of oao is? Als ik namelijk niet kan matchen op de kerngegevens maak je een nieuw record aan en dan kun je potentieel een dubbele aanmaken.

Ik hoop dat ik het zo duidelijk heb omschreven en dat iemand mij van antwoord kan voorzien. Bedankt.

Robert Melskens

Op pagina 110 van het RSGB deel II vind je de definitie van aoa.identificatiecode.
Daar kun je lezen dat dit attribuut een generalisatie is van NUMMERAANDUIDING en
OVERIG ADRESSEERBAAR OBJECT AANDUIDING. Bij het domein van het attribuutsoort kun je vervolgens lezen dat dat de waarde van dit attribuut bestaat uit een combinatie van de viercijferige 'gemeentecode', de tweecijferige 'objecttypecode' en een voor het betreffende
objecttype binnen een gemeente uniek tiencijferig 'objectvolgnummer'.

De objecttypecode kent de waarden '20' of '90'.
20 staat daarbij voor nummeraanduiding en 90 voor overig adresseerbaar object aanduiding.

Raymond Bolder

Robert, bedankt voor je reacie. Dit houdt dus in dat de de codes dus eigenlijk altijd gelijk zijn. Dus de num.identificatie en oao.identificatie zijn gelijk aan de aoa.identificatie.