Er is in de werkgroep gevraagd in welke gevallen een document synchroon of asynchroon teruggegeven moet worden. Conclusie is dat de DCA dit zelf bepaalt.
We willen bepalen op welke manier de DCV aan de DCA als wens kan meegegeven of synchroon of asynchroon gewenst is. Doel is dat hiermee een DCV zijn synschrone of asynchrone creatie voorkeur kenbaar kan maken als onderdeel van de creatieopdracht. Het niet in staat zijn om aan de wens te voldoen leidt tot een foutbericht.
Hiervoor graag mening/input van geïnteresseerden. Eens/oneens? Wat is de beste manier om het kenbaar te maken?
Mijn voorstel is een parameter 'synchroonGewenst' met als waardes ja/nee.
- geen parameter = geen voorkeur
- synchroonGewenst = ja == foutbericht als alleen asynchroon mogelijk is.
- synchroonGewenst = nee == foutbericht als alleen asynchroon mogelijk is.
Vooralsnog lijkt dit voorstel werkbaar. Dit zou wat Roxit betreft in een volgende versie van het berichten verkeer opgenomen kunnen worden.
Wij regelen het nu via de sjabloon. Van bepaalde sjablonen weet je vooraf dat deze bijvoorbeeld veel tijd zullen kosten wanneer er documenten van gegenereerd worden. Of dat een bepaald sjabloon alleen gebruikt wordt in situaties dat er geen directe response nodig is (bulk, schedule, o.i.d.) In de sjabloon wordt dan een eignenschap opgenomen die bepaalt dat het document async verwerkt wordt. Het voorstel zou daar een mooie aanvulling opzijn
Tijdens de bijeenkomst van 11 november 2014 is dit besproken en hoewel niemand echt tegen was bleek de use case niet echt duidelijk. Afgesproken is de use case verder uit te werken. Hiervoor graag input van de use cases waar dit gaat spelen. Bijvoorbeeld de use case: ‘synchroonGewenst = ja’ voor partijen die geen resultaatService bieden. Enkele opmerkingen uit de discussie: