In scenario 4, stap 7-2 OWOZ wordt binnen WOZ:ontleentAanduidingAan het gerelateerde verblijfsobject met verwerkingssoort 'I' aangeleverd. Omdat het een OWOZ betreft, verwachten wij hier een 'T'. Hetzelfde geldt bij stap 11-1 MBAG bij de vervangingen. Hetzelfde speelt in stap 7-2 bij WOZ:heeftAlsAanduiding. Wij verwachten daarnaast een WOZ:isVerbondenMet met daarin het VBO dat gedefinieerd is bij WOZ:ontleentAanduidingAan, er is namelijk een relatie ontstaan om de aanduiding aan te ontlenen. Dit heeft dan direct invloed op stap 11-1 MBAG. Daarin wordt de WOZ:isVerbondenMet nieuw toegevoegd, welke in dat geval juist een vervanging moet betreffen met het nieuwe verblijfsobject.
ma, 26-08-2013 - 16.44u
#1
Scenario 4, stap 7-2 OWOZ
In de voorbeeldberichten (stap 7-2 OWOZ) binnen WOZ:ontleentAanduidingAan en heeftAlsAanduiding de verwerkingssoort aangepast. De isVerbondenMet is alleen van toepassing als VBO ook onderdeel uitmaakt van het WOZ object. Hier is dat niet het geval. In stap 11-1 MBAG de verwerkingssoort aangepast. De VBO is er nog niet dus moet in de WORDT situatie de verwerkingssoort T zijn ipv I.
Bij het testen van scenario 4, stap 7-2 kwamen wij juist uit op een verwerkingssoort 'I' in plaats van 'T' bij de gerelateerde van zowel de 'heeft als aanduiding' als de 'ontleent aanduiding aan' relatie. Zowel de aanduiding als het adresseerbaar object zijn namelijk al eerder opgevoerd in stap 1. Het WOZ-object uit stap 1 is nog steeds actief, en de bijbehorende BAG objecten zijn relevant gebleven voor de WOZ. Of kunnen we hier stellen dat zowel verwerkingssoort 'I' als 'T' zijn toegestaan omdat in de StUF standaard het volgende gezegd wordt: 'Als het zendende systeem niet zeker weet of het ontvangende systeem een gerelateerde kent, dient het gerelateerde object met âTâ als StUF:verwerkingssoort te worden opgenomen.'