Ik ben momenteel het RGBZ op detail aan het doorspitten en kom de volgende situaties tegen:
Binnen 1 entiteit (bij dit voorbeeld ZAAK) zijn in deel 2 de attributen gedefinieerd met allerlei verschillende invullingen voor de indicatie materiële/formele historie:
Naam attribuut | Indicatie materiële historie | Indicatie formele historie |
---|---|---|
Bronorganisatie | Nee | Nee |
Omschrijving | Ja | Ja |
Einddatum | Nee | Ja |
Archiefstatus | Ja | Nee |
Naast de complexiteit om per entiteit meerdere tijdlijnen in de database vast te moeten leggen heb ik de vraag hoe dit in een StUF bericht moet worden vertaald.
Bij een mutatie op bijvoorbeeld 'Omschrijving' en 'Archiefstatus' is dit niet meer in 1 mutatie op te nemen (archiefstatus heeft geen formele historie). Moet dit dan met 2 berichten worden verstuurd? bericht 1: wijziging omschrijving met opbouw van materiële en formele historie en dan bericht 2: wijzing archiefstatus met alleen opbouw van materiële historie?
Wellicht begrijp ik je niet goed maar waarom zou je 2 berichten nodig hebben?
Waarom niet beide in 1 Lk bericht?
Voor archiefstatus negeer je dan toch de opbouw van de formele historie.
Vooral rondom correcties mag dit niet, stuf vereist dat de was situatie exact overeen komt met wat reeds in de database van de ontvangende applicatie staat.
Tijdens de StUF Expertgroep van 18 oktober 2017 is vastgesteld dat de door Mark geschetste mengvormen gewoon voor kunnen komen en dat dat valide situaties zijn.
Wel wordt er getwijfeld aan de juistheid van de declaratie van historie op enkele entiteiten.
Er is afgesproken dat we alle soorten historie meenemen in het UGM.
Welke historie daadwerkelijk gebruikt gaat worden wordt pas op koppelvlak niveau bepaald.