In de internationale literatuur wordt gesproken over:
Transaction timeValid timeTransaction time geeft aan op welke moment een gegeven werd geregistreerd.
In het Nederlands gebruiken we hiervoor de term ‘Tijdlijn Registratie’.
We vermijden het gebruik van ‘Formele Historie’ omdat deze term minder duidelijk is.
Als attributen gebruiken we:
Geregistreerd opVervallen opIn een keten bestaan al snel meerdere tijdlijnen. Een voorbeeld:
Geregistreerd op tijdstip X.Geregistreerd op opnemen: tijdstip X + 1.Geregistreerd op gebruikt worden: tijdstip X + 2.
In dit voorbeeld is dus sprake van 3 naast registratie tijdlijnen die naast elkaar bestaan.Valid time geeft aan op welk moment een gegeven geldig is geworden.
In het Nederlands gebruiken we hiervoor de term ‘Tijdlijn Geldigheid’.
We vermijden het gebruik van ‘Materiele Historie’ omdat deze termijn minder duidelijk is.
Als attributen gebruiken we bijvoorkeur logische namen uit het domein. Zijn deze niet voorhanden dan gebruiken we:
Geldig vanafGeldig totVoorbeelden van logische namen uit het domein:
Geboortedatum als Geldig vanaf voor de gegevens over de geboorte.Datum overlijden als Geldig vanaf voor de gegevens over het overlijden. (Merk op dat dit geen Geldig tot is.)Er kunnen allerlei aanvullende tijdlijnen bestaan. Bijvoorbeeld om aan te geven wanneer iets besloten is. We spreken daar nog niets over af omdat deze nog niet voorkomen.